Mijn interpellatie op de zitting van gisteravond...
"Interpellatie in verband met de taak van het gemeenteraadslid
In het “Startersboek voor gemeenteraadsleden” (een uitgifte van de Vlaamse Overheid – agentschap voor binnenlands bestuur in samenwerking met VVSG…) wordt de taak van de gemeenteraad als volgt omschreven:
De gemeenteraad is de rechtstreeks verkozen volksvertegenwoordiging, staat aan het hoofd van de gemeente en is actief controleur: oefent toezicht uit op het college en het ambtelijk functioneren.
Het Gemeentedecreet stelt in artikel 30 § 1:
De gemeenteraadsleden hebben het recht van inzage in alle dossiers, stukken en akten die het bestuur van de gemeente betreffen. De gemeenteraadsleden kunnen een afschrift verkrijgen van die dossiers, stukken en akten.
En in § 3
De gemeenteraad bepaalt bij huishoudelijk reglement de voorwaarden voor het inzagerecht en het recht van afschrift…
Wat in ons huishoudelijk reglement geregeld werd in artikel 10 § 3 en 4.
En zegt artikel 32 van het Gemeentedecreet:
“De gemeenteraadsleden hebben het recht aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen”.
Wat dan hier bij ons geregeld wordt in het artikel 11 van het huishoudelijk reglement.
Op 18 september 2008 vraag ik met het daartoe voorziene document afschrift aan van 3 documenten van het Advocatenkantoor Van Damme-Vanparijs, ingeschreven in het register van de inkomende briefwisseling op 7 mei (document 55), 18 juni (document 31) en 25 juni 2008 (document 21)
Op 9 oktober 2008 laat het College me weten dat ik die stukken niet kan krijgen omdat ze “betrekking hebben op een procedure waarvan de openbaarmaking tot misvatting kan aanleiding geven en de positie en de belangen eventueel zou kunnen schaden.”
Op 13 oktober 2008 terug via de geëigende weg aanvraag voor afschrift van het document 29 van 9 september van hetzelfde advocatenkantoor, met op 5 december het antwoord van het College dat dit document niet te krijgen is omwille het feit dat het “betrekking heeft op een procedure….”
Omdat ik ervan overtuigd ben dat een en ander niet kan leg ik op 11 december 2008 klacht neer bij de Gouverneur over het niet verkrijgen van die 4 documenten.
In zijn brief van 28 januari 2009 schrijft de Gouverneur:
“Ik deel u mede dat ik uw klacht gegrond heb bevonden en aan het college van burgemeester en schepenen heb gevraagd zijn beslissing te herzien en mij een afschrift toe te sturen van zijn nieuwe beslissing.
Briefwisseling van een advocaat met de gemeente is inderdaad briefwisseling die onder het inzagerecht van de gemeenteraadsleden ressorteert. Tenzij het gaat om documenten van uitsluitend algemeen belang kunnen dergelijke brieven, die immers voltooide documenten zijn, niet aan het inzagerecht worden onttrokken. In tweede instantie ben ik van mening dat de positie en de belangen van de gemeente op zich geen gevaar lopen wanneer zij aan een gemeenteraadslid openbaar worden gemaakt. Elk gemeenteraadslid is immers gebonden door het ambtsgeheim en stelt zich bij inbreuken bloot aan strafrechterlijke vervolging en eventueel eisen tot schadeloosstelling”
Op 17 november 2008 vraag ik afschrift van document 37 van 13 oktober 2008 van de Rechtbank van 1ste aanleg Gent en document 12 van 8 oktober 2008 van de Federale Dienst Financiën (schattingsverslag De Moerkes) aan.
En opnieuw laat het College me in de brief van 27 januari 2009 weten dat beide afschriften niet te verkrijgen zijn…omdat ze “betrekking hebben op een procedure waarvan….”
Op mijn nieuwe klacht hierover bij de Gouverneur krijg ik als antwoord dat de Gouverneur
“het College verwezen heeft naar zijn brief van 28 januari 2009… waarin hij reeds aangaf dat voltooide gemeentelijke bestuursdocumenten in beginsel onder het inzagerecht van gemeenteraadsleden vallen… en dat hij ook nu het college gevraagd heeft zijn standpunt te herzien en hem daaromtrent in te lichten”
Hardleers is men hier wel!
Op 24 december 2008 vraag ik dan afschrift van document 29 van 19 november 2008 van het Advocatenkantoor Van Damme – Vanparijs.
En je raadt het, op 11 februari 2009 schrijft het College me dat dit afschrift niet kan gegeven worden omdat het document “betrekking heeft op….”
Op 9 februari 2009 afschrift van document 21 van 03 december 2008 van het Advocatenkantoor Van Damme-Vanparijs en document 14 van 01 december 2008 van De Groote & Partners, waarvan het College mij op 4 maart laat weten dat ik omwille van het feit dat de documenten “betrekking hebben op…” die afschriften niet kan verkrijgen.
En tenslotte op 6 maart 2009 document 18 van 16 januari 2009 van De Groote & Partners, document 34 van 27 januari 2009 eveneens van De Groote & Partners en document 20 van 29 januari 2009 van Advocatenkantoor Van Damme – Vanparijs, en van die documenten laat het college mij op 9 april 2009 weten dat ik ze niet kan verkrijgen omdat ze “betrekking hebben…”
Op 14 april 2009 leg ik hierover opnieuw klacht neer bij de Gouverneur.
Die schrijft mij in zijn brief van 18 mei 2009:
“Met betrekking tot een aantal beslissingen, waarbij u inzage werd geweigerd onder het motief dat de rechten van de gemeente dienen gevrijwaard te blijven, bijvoorbeeld wanneer de “opgevraagde stukken betrekking hebben op een procedure waarvan de openbaarmaking tot misvatting aanleiding kan geven en de positie en belangen eventueel zou kunnen schaden”, stel ik de gemeente echter wel degelijk in het ongelijk. In mijn brief van 28 januari 2009 aan het college van burgemeester en schepenen heb ik in dit verband omstandig en gemotiveerd mijn standpunt uiteengezet.
Ik zal deze aangelegenheid opnieuw aan de orde stellen bij het college van burgemeester en schepenen.”
In diezelfde brief zegt de Gouverneur dat hij vaststelt dat ik geregeld geen antwoord ontvang op mijn vragen om afschrift of om informatie binnen de door het huishoudelijk reglement vastgestelde termijn van één maand.
Maar…
“Anderzijds bericht de gemeente mij dat u een excessief gebruik maakt van uw inzage- en afschriftrecht (reeds meer dan 200 verzoeken deze legislatuur), zodanig dat het bestuur en de administratie onmogelijk steeds binnen de vermelde termijn kunnen reageren, tenzij met verwaarlozing van hun essentiële taken”
En…
“Deze prerogatieven beogen immers de optimalisering van het democratisch controlerecht, inherent aan uw hoedanigheid van gemeenteraadslid, en uiteraard niet de totstandbrenging, te uwen huize, van een parallel gemeentearchief op kosten van en door de inspanningen van de gemeentelijke administratie, laat staan de destabilisatie van deze laatste door een constante bevraging
Ik ben dan ook van mening dat, wanneer de inhoud of de frequentie van de vraagstelling door een raadslid een tergend karakter heeft of wanneer de beantwoording ervan een onredelijke administratieve last met zich brengt, de gemeente…”
Over hoeveel afschriften gaat het?
Van 1 januari 2007 tot eind mei 2009 over 144 documenten. De gemeente ontvangt gemiddeld per dag 35 documenten die in het register van de inkomende briefwisseling ingeschreven worden. 250 dagen werkdagen per jaar, à rato 35 documenten per dag, tot eind mei
567dagen x 35: 19845 documenten, een kleine 20000 documenten…
Een parallel gemeentearchief? Destabilisatie van de administratie?
Schriftelijke vragen aan het college?
Van 1 januari 2007 tot op heden: 139, waarvan 89 nieuwe onderwerpen, de rest aanvullende vragen.
Tergende frequentie? En wie bepaalt waarover de inhoud van een schriftelijke vraag dan wel mag gaan?
Wordt in het decreet of in het huishoudelijk reglement ergens een maximum van schriftelijke vragen opgelegd?
Of is het ganse standpunt van de gemeente er bijgesleurd om toch nog ergens gelijk te krijgen bij de Gouverneur en om weg te moffelen dat men waar het werkelijk om ging, namelijk het niet afleveren van de afschriften van de documenten van het advocatenkantoor Van Damme- Vanparijs rond de zaak van de straatjes op de Stuiver ondanks het feit dat de Gouverneur stelde dat dit wel moest, gewoon de beslissing van diezelfde Gouverneur straal negeerde en bleef negeren?
En dan in hun brief van 13 mei 2009, een antwoord op een schriftelijke vraag in verband met de afwerking van de straten van de Stuiver, “een vonnis zal gesteld worden op 27 mei 2009”… en “aangezien zoals bovenvermeld de zaak werd ingeleid en binnenkort er een vonnis gesteld wordt kunnen we u de vroeger aangevraagde stukken en documenten bezorgen. Gelieve ons mee te delen welke documenten u nog wenst te ontvangen.”
Met andere woorden, nu alles in kannen en kruiken is kan je die documenten krijgen…
Misschien is dat wel tergen… maar neen, dat doet dit college niet… dat doen alleen oppositieraadsleden… "
Een bedankje van de burgemeester-voorzitter voor het brengen van deze interpellatie was de enige reactie van het college....
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten